4 weken geleden was mijn lichaam in de vorm van zijn leven. Maanden lang trainde ik naar een doel toe, het WK triathlon op 17 september in Rotterdam. Alles had in het teken gestaan voor de ene wedstrijd. 2 weken voor de wedstrijd deed ik nog wat stevige trainingen, ik kwam er goed door en voelde me top. Op maandag avond lag ik in het zwembad en voelde ik me bijna onoverwinnelijk, alles leek vanzelf te gaan. Ik begon er nu echt vertrouwen in te krijgen. Ik ging wat eerder het water uit dan normaal, die laatste week zou ik lekker rustig aan doen, andere sporters zullen dit kennen als de ‘taper’ periode. Dinsdag ochtend zat ik nog steeds in de flow. Ik stond een half uurtje later op dan normaal. Doordat ik niet op de racefiets naar mijn werk zou gaan kon ik wat later vertrekken. Na op het gemakje te hebben ontbeten stapte ik in de auto naar mijn werk. Het viel me al vrij snel op dat het druk was op de weg, vanaf de fiets heb je dit normaal niet zo heel goed door. Ik was stiekem ook wel weer blij dat ik niet op de fiets zat want het regende ontzettend hard, ik was zeiknat geworden.
Na 1km op de snelweg reed ik de uitvoegstrook op, klaar om de afslag te nemen. Onderaan de afslag staat het stoplicht op rood zie ik vanuit de verte, er staan redelijk veel auto’s te wachten. Ik minder alvast vaart en sluit eindelijk aan in de rij. Een aantal seconde sta ik te wachten, niest vermoedend. Ik kijk in mijn binnenspiegel en zie een auto met behoorlijke snelheid naderen, ik denk nog bij mezelfd ‘zo, die moet hard gaan remmen zo’. Dan besef half ik dat hij helemaal niet meer gaat remmen, zijn snelheid is nog onveranderd en hij raast op me af. Ik probeer na te denken maar voor ik door heb wat er daadwerkelijk gaat gebeuren, is het al gebeurt. De auto is vol achter op mij gereden, ik heb in een reflex mijn rem nog verder ingetrapt maar heb daarmee niet kunnen voorkomen dat ik de auto voor mij ook nog raak.
Daarna ben ik vooral in shock, besef ik dat ik mijn werk moet bellen, dat ik de verzekering moet bellen en dat het schade formulier moet worden ingevuld. Nadat de ergste shock wat is gezakt, besef ik ook dat mijn zeer geliefde auto dit waarschijnlijk niet gaat overleven, dat mijn rug zeer doet en dat die pijn de komende dagen waarschijnlijk alleen maar erger gaat worden. Terwijl mijn WK 5 dagen later is, 5 dagen! “Ga ik dat wel redden?”, “Als ik het red om mee te doen, ben ik dan wel voldoende hersteld?”, “Gaat het me lukken om maximaal te presteren?”. Allemaal vragen die door mijn hoofd beginnen te spoken, wat is deze timing ontzettend slecht zeg.
Uiteindelijk sta ik aan de start van het WK. Het is een prachtig evenement, de sfeer is goed, overal zijn getrainde atleten, het is prachtig dit te mogen meemaken. De wedstrijd gaat niet zoals ik een aantal weken geleden had gehoopt. De afgelopen dagen heb ik weinig meer gedaan, mijn lichaam deed pijn en ik wilde het de rust geven die het nodig had. Blijkbaar is dit niet genoeg geweest want tijdens de hele wedstrijd kom ik er niet lekker in, ik kan mezelf moeilijk een houding geven.
Ondertussen zijn we bijna 5 weken verder, mijn lichaam voelt nog steeds niet zoals het hoort. De laatste paar weken na het WK heb ik niets meer gedaan, volledige rust, wat heb ik daar een hekel aan. Mijn onderrug blijft nog klachten geven, blijkbaar is die rust dus nog niet genoeg voor mijn lichaam. Maar ik heb het eigenlijk wel weer gehad, ik wordt moe van het niks doen. Ik wil weer aan de gang, ik wil me weer gaan voorbereiden voor het nieuwe seizoen. Het is frustrerend te merken dat je lichaam niet altijd wil wat je hoofd wil. Dat hij je ambities niet kan bijhouden. Als fysiotherapeut heb ik dagelijks te maken met mensen met blessures, maar wanneer het je zelf weer overkomt besef je pas weer wat voor een invloed het op je heeft. Niet alleen lichamelijk, maar ook mentaal.
Vandaag stond mijn jaarlijkse inspanningstest gepland, die afspraak staat al maanden. Ik besloot te gaan, dat half uurtje fietsen moest me toch wel lukken. Na weken naar niet trainingen was ik er niet van overtuigd dat het een succes zou worden, maar het zou een mooi begin punt kunnen zijn om de trainingen weer op te pakken. Tijdens de warming up voelde ik mijn rug weer, “jeetje gaat dit nu weer gewoon door?!”. “Focus op de pedalen Maartje, fietsen kun je en fietsen zal je”. Ik fietste door tot mijn benen niet meer verder wilde, mijn maximale grens was bereikt. Ik had het gevoel dat het snel voorbij was, té snel. Het was vast niet goed gegaan, een waarom deed mijn rug nou nog steeds zeer.
Even later zat ik met de sportarts aan tafel, hij keek blij. Ik was flink verbeterd ten opzichte van vorig jaar, mijn maximale wattage was weer bijna zoals in de jaren dat ik ieder weekend mijn wedstrijden in het peloton reed. Ik kon het niet geloven, was dit echt? Ja dus, dit bevestigde dat mijn vorm goed was geweest, heel goed. Mijn lichaam is sterk, sterk genoeg om in topconditie te raken, sterk genoeg om een ongeluk te verwerken. Het komt goed, alles komt altijd goed…
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks