In mijn eerste podcast vertelde ik jullie vorige week mijn hele verhaal, inclusief mijn wisselende hormoonspiegels. Ik kreeg vervolgens een heleboel vragen over hormonen en de menstruatiecyclus. Vandaag wil ik eerst nog even terug naar de basis. Want wat zijn hormonen? Wat doen ze precies? En gaat het alleen om de menstruatiecyclus of zijn hormonen nog voor veel meer dingen in het lichaam van belang? Ik ga je vandaag kort en bondig uitleggen hoe het zit.
Wat zijn hormonen precies?
In het menselijk lichaam vinden constant verschillende processen plaats om zichzelf aan te passen aan (externe) factoren. Om gezond en in balans te blijven (homeostase), zullen deze processen gereguleerd moeten worden. Is het bijvoorbeeld warm weer en ga je meer drinken, zal het lichaam de zoutregulatie en de frequentie van toiletbezoekjes moeten gaan aanpassen. Het is belangrijk dat alle organen en weefsels in je lichaam hiervoor goed kunnen samenwerken. ‘Buur’cellen kunnen gemakkelijk met elkaar communiceren, maar cellen die verder uit elkaar liggen communiceren via het hormoonstelsel en het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel geeft boodschappen door via de zenuwen, die lopen altijd in dezelfde baan naar één plaats. Door de directe overdracht gaat deze communicatie lekker snel. In het hormoonstelsel worden hormonen gebruikt om te communiceren. Hormonen zijn signaal stoffen. Ze worden gebruikt om een signaal via de bloedbaan door het lichaam te sturen. De hormonen komen dus op die manier overal, maar alleen de cellen die een receptor (ontvanger) hebben voor dat specifieke hormoon zullen de signalen in ontvangst nemen. Het proces is trager maar werkt vaak langduriger.
Het zenuwstelsel verstuurd boodschappen via de zenuwen. Het hormoonstelsel verstuurd hormonen als boodschappers via de bloedbaan.
Het hormoonstelsel
De boodschapper die zo’n hormonaal signaal verstuurd is een hormoonklier. De ontvanger is een doelwitorgaan. Op het orgaan zitten de receptoren voor een hormoon, ookwel de doelcellen. Dit is een slot-sleutel principe. Het hormoon is een sleutel en de doelcel (receptor) het slot. Wanneer de juiste sleutel in het juiste slot past, zal een actie worden uitgevoerd door het doelwitorgaan.
Het hormoonstelsel (ookwel het endocriene stelsel) bestaat uit verschillende hormoonklieren. Deze klieren zijn organen die hormonen produceren en vervolgens afgeven aan het bloed. Voorbeelden van verschillende hormoonklieren zijn: de hypothalamus, de hypofyse, de pijnappelklier, de schildklier, de bijnieren, de alvleesklier en de geslachtsklieren (bij mannen de teelballen, bij vrouwen die eierstokken). Je ziet, er zijn veel meer organen betrokken bij het hormoonstelsel dan alleen de geslachtsorganen. Hormonen hebben dus ook nog invloed op een heleboel andere lichaamsprocessen.
Een hormoon zweeft in de bloedbaan en past op een specifieke receptor. Wanneer de koppeling is gemaakt volgt een reactie om processen in gang te zetten.
Afbeelding: biologielessen.nl
Verschillende hormonale processen
Die verschillende hormoonklieren produceren verschillende hormonen, en die verschillende hormonen stimuleren verschillende lichamelijke reacties. Een belangrijke speler is de hypofyse, ook wel de meesterklier genoemd. Vanuit hier worden veel verschillende hormonen geproduceerd. Het is een klein orgaan in de hersenen en bestaat uit een voor- en achterkwab. Met een steel zit hij vast aan de hypothalamus. De hypofyse zorgt voor de koppeling van het hormoonstelsel aan het zenuwstelsel.
Door de hypofyse voorkwab worden verschillende hormonen geproduceerd:
- TSH (thyroid stimulerend hormoon), welke de schildklier stimuleert om het schildklierhormoon (T3 & T4) te produceren.
- ACTH zorgt er voor dat de bijnieren cortisol aanmaken.
- Groeihormoon zorgt bij kinderen voor de lengtegroei van de pijpbeenderen, het regelt ook de aanmaak van IGF-1 wat belangrijk is bij de opbouw van botten en spieren.
- LH & FSH , deze stimuleren de geslachtsorganen (eierstokken bij vrouwen en teelbannen bij mannen) om de geslachtshormonen te produceren (oestrogeen en progesteron bij vrouwen, testosteron bij mannen) maar ook direct de rijping van eicellen en sperma.
- MSH in de hypofysevoorkwam zorgt voor aanmaak van pigment in de huid.
- Bij zwangerschap zorgt de hypofyse voor aanmaak van prolactine om de melkklieren te ontwikkelen.
In de achterkwab worden twee hormonen opgeslagen die door de hypothalamus zijn geproduceerd:
- Het ADH (anti plas hormoon), deze heeft effect op je nieren (de nieren bevatten dus doelcellen voor ADH) en zorgt bijvoorbeeld voor dat je niet te veel vocht uitplast.
- Oxytocine zorgt er bijvoorbeeld weeën bij zwangere vrouwen en het opgang brengen van de borstvoeding (de baarmoeder en de borstklieren hebben dus doelcellen). Oxytocine is ook het enige hormoon dat werkt met positieve terugkoppeling. Als veel van dit hormoon wordt gemeten in de bloedbaan, wordt er juist nog meer gemaakt. Dit om de bevalling zo vlot mogelijk te laten verlopen.
De pijnappelklier (epifyse) produceert melatonine en reageert op licht en dag- en nachtritme. De alvleesklier produceert insuline en glucagon, wat de bloedsuikerspiegel reguleert. En zo zijn er nog een aantal organen die hormonen produceren, in totaal zijn er wel meer dan 50 verschillende hormonen! Al die verschillende hormonen zijn dus onder andere belangrijk bij lichaamsgroei en ontwikkeling, de stofwisseling, het vocht- en zoutevenwicht, het verwerken van stress en de suikerspiegel in je bloed. Ze helpen ook bij het reguleren van je bloeddruk en je lichaamstemperatuur en de voortplanting.
Negatieve terugkoppeling
Hormonen kunnen vanuit de hypofyse dus direct een boodschap hebben op een orgaan, maar kunnen deze ook stimuleren om verdere hormonen aan te maken. De hypofyse wordt aangestuurd en gecontroleerd door de hypothalamus, deze meet de homeostase en de hormoonconcentraties in het bloed. Bij een tekort geeft de hypothalamus een signaaltje aan de hypofyse om meer hormoon te produceren. Als de concentratie hoog genoeg, wordt er minder hormoon aangemaakt om het evenwicht te bewaren.
Een voorbeeldje: Stel je hypothalamus meet een lage concentratie schildklierhormoon in je bloed, hij geeft dan een signaaltje af aan de hypofyse om meer TSH aan te maken. TSH stimuleert de schildklier om meer schildklierhormoon te produceren. Als de concentratie schildklierhormoon vervolgens hoog genoeg is, zal dit weer gemeten worden en zal de hypothalamus aan de hypofyse laten weten dat er geen nieuwe productie van TSH nodig is. Dit proces noemen we negatieve terugkoppeling.
De invloed van de hypofyse en een schematische werking van het hormoonstelsel.
Afbeelding: biologielessen.nl
Ik hoop dat ik je hierbij een klein inkijkje heb kunnen geven in het hormoonstelsel. Heb je vragen, stel ze dan hieronder in de comments. Heb je hulp nodig van mij als hormooncoach? Bekijk dan hier je opties of plan hier een gratis kennismakingsgesprek. Voor meer informatie en inspiratie kun je me volgen op Instagram.
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks